SV | Want een volk komt tegen haar op van het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting, dat er geen inwoner in zal zijn; van de mensen aan tot de beesten toe zijn zij weggezworven, doorgegaan! |
WLC | כִּ֣י עָלָה֩ עָלֶ֨יהָ גֹּ֜וי מִצָּפֹ֗ון הֽוּא־יָשִׁ֤ית אֶת־אַרְצָהּ֙ לְשַׁמָּ֔ה וְלֹֽא־יִהְיֶ֥ה יֹושֵׁ֖ב בָּ֑הּ מֵאָדָ֥ם וְעַד־בְּהֵמָ֖ה נָ֥דוּ הָלָֽכוּ׃ |
Trans. | kî ‘ālâ ‘āleyhā gwōy miṣṣāfwōn hû’-yāšîṯ ’eṯ-’arəṣāh ləšammâ wəlō’-yihəyeh ywōšēḇ bāh mē’āḏām wə‘aḏ-bəhēmâ nāḏû hālāḵû: |
Want een volk komt tegen haar op van het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting, dat er geen inwoner in zal zijn; van de mensen aan tot de beesten toe zijn zij weggezworven, doorgegaan!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want een volk komt tegen haar op van het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting, dat er geen inwoner in zal zijn; van de mensen aan tot de beesten toe zijn zij weggezworven, doorgegaan!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!